Wednesday, November 3, 2010

Jakarta - Bogor - Bandung (200 km)

Het ritme is bekend: 6.45 uur wake-up call | 7.15 uur ontbijt | 8.00 vertrek! We starten de dag met een stadsrondrit door Jakarta, na de oude stad gisteren is het vandaag de beurt aan het zakendistrict en de regeringsgebouwen. Het contrast is enorm; je waant je echt in een metropool. De stad heeft 12,5 inwoners, een wereld op zich. Ook bezoeken we het Nationale Museum wat echt de moeite waard is en volgens mij een must voor iedereen die Jakarta bezoekt. Het is het oudste museum van Indonesie en ligt aan de westzijde van het onafhankelijkheidsplein (Medan Merdeka) in Centraal-Jakarta. Het museum is opgericht in 1778 door het 'Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen'. In 1886 is het museum officieel geopend. Voor het museum werd in 1871 een bronzen olifantenbeeld geplaatst, dat door koning Chulalongkorn van Thailand was geschonken. Het museum wordt hierdoor door de locale bevolking nog steeds 'Gedung Gajah' (olifantenhuis) genoemd.



We tuffen door richting Bogor en met tuffen bedoel ik tuffen want hard gaat het niet. We belanden in een lange file - het is weekend en iedereen probeert de stad te ontvluchten - De wegen zijn smal en het is een wonder dat het allemaal goed gaat: bussen, auto's, scootertjes en brommers rijden kriskras door elkaar en geen ongelukken ... tot nu toe gelukkig niet tenminste. Bogor ligt op 280 meter hoogte aan de voet van de gunung Salak op ongeveer 50 kilometer van Jakarta en 120 kilometer van Bandung. Bogor heeft als bijnaam de "Regenstad" omdat de stad per jaar door zo'n 320 stormen getroffen wordt en er tussen de 3000 en 4000 mm regen valt maar als wij er zijn is het droog! De trekpleister van deze stad is de beroemde Botanische Tuin 'Kebun Raja Indonesia' genaamd en het buitenverblijf Buitenzorg wat vroeger het paleis van de gouverneur-generaal was. Tegenwoordig wordt Bogor ook wel de achtertuin van Jakarta genoemd, makkelijk bereikbaar met de trein of via de 60 kilometer lange tolweg zoals zij dat gedaan hebben, ben je er in ongeveer een goed uur.

We bezoeken de Botanische tuinen onder leiding van een locale gids, een oude proffesor die nog nederlands spreekt en met veel liefde en humor praat over alles wat er te zien is. Het is een unieke tuin waar onderzoekers vanuit de hele wereld komen om bijvoorbeeld onderzoek te doen naar een medicijn tegen aids. de tuin telt nu ruim 12.000 plantesoorten en 3000 orcideesoorten en is hiermee de grootste op het zuidelijk halfrond.



Lekker geluncht (soep, hoofdgerecht, fruit en koffie of thee). De maagjes zijn gevuld en dus kunnen we door naar Bandung via de Puncak Pas, met zijn vele thee plantages, hoog in de bergen gelegen (het hoogste punt van de pas bevindt zich op ongeveer 1500 meter hoogte) waar het mistig en naar de maatstaven van hier redelijk fris is. Ook dit blijkt een vreselijk drukke route te zijn en dus is het letterlijk en figuurlijk file rijden. De Puncak Pas schijnt vrijwel ieder weekeinde compleet verstopt te zijn en het is niet ongewoon dat op de pas eenrichtingsverkeer wordt ingevoerd waar enkele uren lang de rijrichting compleet stilgelegd wordt.



Rond 8 uur arriveren we bij ons hotel in Bandung: Sukajadi, een leuk traditioneel hotelletje. We besluiten de gaten in de weg en de drukte van kriskrassende scootertjes en brommers te trotseren en op onderzoek uit te gaan, er moet namelijk weer nodig gepint worden. We vinden een ATM en daar tegenover zit "het Paris van Java", een enorme shopping mall naar Amerikaanse maatstaven met veel internationale merken. Was echt stomverbaasd, het krioelt er van de mensen, voornamelijk chinezen want de gemiddelde javaan kan zich hier echt niks veroorloven en zelfs voor de gemiddelde toerist is het te duur. Echt honger hebben we niet en dus besluiten we neer te ploffen bij de locale versie van een hamburgertent om een klein frietje, hamburger en ijsje te verorberen. Om half elf waren we weer terug op de basis, nog even een afzakkertje gedronken en daarna was het "oogjes dicht en snaveltjes toe"